'Jongens waren we maar aardige jongens. Al zeg ik 't zelf.' Met deze beroemde woorden begint Nescio's onvergetelijke verhaal over vijf vrienden die hele zomernachten tegen het hek van het Oosterpark stonden om te praten en naar de sterren te kijken. De hemel bestormen wilden ze. ... Meer
'Jongens waren we maar aardige jongens. Al zeg ik 't zelf.' Met deze beroemde woorden begint Nescio's onvergetelijke verhaal over vijf vrienden die hele zomernachten tegen het hek van het Oosterpark stonden om te praten en naar de sterren te kijken. De hemel bestormen wilden ze. Maar ondanks hun jeugdige verwachtingen en overmoed moeten ze zich onherroepelijk schikken in het gareel van de maatschappij. Een prachtig verhaal over het verlies van jeugd, onschuld en idealen.