Oleg Pavlov (Moskou, 1970) woont en werkt in Moskou. Zijn roman De aardappels en de staat is sterk autobiografisch. Pavlov was als jonge soldaat bewaker van een werkkamp (goelag) in Kazachstan en werd wegens zijn ‘afwijkende opvattingen’ maandenlang in een psychiatrische kliniek vastgehouden. Zijn romans onderzoeken vaak het bestaan van het individu in het collectief, de machteloze rekruut in het machtige leger, dat in Rusland nog steeds een staat binnen de staat is. Voor zijn werk ontving hij in 2002 de Russische Booker Prize en in 2012 de Solzjenitsynprijs. In Frankrijk stond hij in 2012 op de shortlist voor de Prix du Meilleur livre étranger.